Net zoals in Itterbeek moeten we ook in Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle blijven waken over het behoud van het landelijke karakter én dat authentieke dorpsgevoel.
Het dorpsplein in Bodegem is heringericht – overigens naar een idee en plannen van de bestuursploeg die het huidige, uittredende bewind voorafging – en dat is een belangrijke eerste stap. Nu is het zaak dat plein ook weer een ziel te geven. Het is voorlopig een dooie boel. Dat kan beter, levendiger vooral.
In Kapelle ligt de herinrichting van de dorpskern op tafel. Hier geldt eveneens dat leefbaarheid voorop moet staan. Dat geldt voor de cafébaas, maar evengoed voor het kerkhof. Een compromis tussen enkele noodzakelijke parkeerplaatsen, groen en…. niet te veel niveauverschillen. Eigenlijk heeft Sint-Ulriks-Kapelle nood aan een plein dat uitgerust is om multifunctioneel ingezet te worden. Een plek, dus, die je gemakkelijk kan aanpassen aan de noden van het moment door er mobiele elementen in te integreren.
En dan is er nog BOKA, een echt succesverhaal dat steeds meer jongeren aantrekt. Met die groei komen ook nieuwe noden bovendrijven, niet in het minst een tweede kunstgrasveld.
Tot slot nog dit: zowel Bodegem als Kapelle hebben van oudsher een rijk (cultureel) verenigingsleven, dat geworteld staat in waardevolle tradities. Laten we deze verenigingen faciliteren waar we kunnen. Het zijn immers zij die het behoud van de authenticiteit garanderen. Hulde daarvoor!